Algemene informatie
Bij tropische schoonheid denk je direct aan Grenada, het Specerijeneiland.
Dit 310 km² grote eiland is een microkosmos van het allerbeste uit het
Caribisch gebied. Je vindt er zijdezachte witte stranden, ongerepte regenwouden,
heuvels en watervallen. Bovendien is er een verbluffend mooie oude hoofdstad
en zijn er baaien met heerlijk warm, helder water waar je prima kunt zwemmen
en duiken. De inwoners besteden bijzonder veel aandacht aan hun maaltijden,
net zoals de Franse kolonisten in het verleden. Het eiland is een oase van
rust, maar biedt tevens een bruisend nachtleven voor wie daar van houdt – en
dat alles in een perfect klimaat. Geen wonder dat de Britten en Fransen zo
vaak om Grenada hebben gevochten.
Grenada en de bijbehorende eilanden Carriacou (34 km²) en Petit Martinique
(maar 2 km²) vormen de laatste schakels in de keten van de Benedenwindse
Eilanden in het zuidelijkste gedeelte van het Caribisch gebied. Als je je van
de idyllische stranden en baaien kunt losrukken, kun je een tochtje maken naar
de specerijenplantages die de wereld al eeuwenlang van nootmuskaat voorzien.
Daarnaast groeien er cacaobomen en wordt er kaneel, kruidnagel, piment, gember
en vanille verbouwd. De drukke havenstad St. George’s is de hoofdstad
van Grenada en één van de mooiste steden in het Caribisch gebied.
De pastelkleurige Franse villa's en de straten met kinderkopjes liggen als
een amfitheater om de drukke haven heen. De forten en kerken in de stad zijn
ook een bezoekje waard, evenals het nationale museum, dat in een oude Franse
kazerne is ondergebracht. Eén van de meest fascinerende eigendommen
van het museum is een marmeren bad dat eens aan keizerin Josephine Bonaparte
toebehoorde.
Je kunt ook de veerboot naar Carriacou nemen, waar de sfeer zo mogelijk nog
meer relaxed is dan in Grenada. Daarna kun je doorreizen naar Petit Martinique – 1000
inwoners – waar niets gebeurt totdat er een schip binnenloopt.